Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daartoe het ganse [16]huis van Jozef, en zijn broeders, en het huis zijns vaders; alleen hun kleine kinderen, en hun [17]schapen, en hun runderen lieten zij in het land Gosen. 16. Dat is, huisgezin, huisgenoten, dienaars en knechten; verg. de aantekeningen op het voorgaande vs. vs.8, en boven, hfdst.7 vs.1. 17. Dat is, hun klein en groot vee. Zie boven, hfdst.12 vs.16.